afb. Mosmans, 1935
C. Peeters, 'De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch' (1985) 250, 281
|
Het authentieke reliëf z33 was tot de restauratie voor wat betreft het rechter deel heel goed bewaard gebleven. Het linker deel was echter zwaar verweerd, met name van het onderste blok en de console was de gehele sculptuur verdwenen. Ook het hoofd van de linker figuur was afgebroken. Aan de linker zijde toont het reliëf het torso van een man, waarvan verder maar weinig resteert. | 193 |
|
Nog zichtbaar is het onderste deel van zijn lijfrok, met een rijk met geometrische motieven versierde gordel waaraan een klotendolk is opgehangen. De man draagt een eveneens met knopen bezet tuniek met een strak boord en wijde naar beneden hangende mouwen. Hiervan is de afdruk nog goed zichtbaar. In de rechter hand houdt de man voor de borst een schuin omhoogstekend attribuut vast, waarvan alleen het onderste deel is bewaard. De linker hand is geheel verdwenen maar nog wel zichtbaar is dat hierin ook iets werd vastgehouden. Van het hoofd is slechts de afdruk, met nog goed zichtbaar het wijd krullende, halflange haar overgebleven. De rechter figuur is vrijwel geheel intact. Deze vrouw staat ten voeten uit op een sterk verweerde console, waarin nog wel een zittende vrouw of engel is te herkennen. De vrouw draagt een lang gewaad met een hoog gesloten boord en heeft een met een met kleine rozetten afgezette ceintuur om het middel, waarvan ook een deel naar beneden hangt. Onder de plooien van het gewaad steken twee sierlijke, puntige schoenen naar voren. De vrouw heeft lang haar, tot over haar middel, dat in vijf sierlijke tressen is uitgebeeld. Met haar linker hand houdt zij ter hoogte van de borst een van de haarlokken opzij, terwijl ze in haar andere hand, op dezelfde hoogte, een kam vasthoudt. Het vriendelijk kijkende gezicht is zeer goed behouden. Over de betekenis van de uitgebeelde figuren is wederom veel discussie geweest. Smits meende dat er een ridder en edelvrouw waren uitgehouwen. De figuren waren volgens hem niet nader te identificeren omdat alle kenmerken waren verdwenen.133 Smits was niet in de gelegenheid om de grote wimbergreliëfs van dichtbij te bekijken. Toen zijn dissertatie in 1907 verscheen, moest de restauratie ervan nog beginnen. Hij heeft niet kunnen zien dat de vrouw een fluit in haar hand houdt. Jan Mosmans betitelt het reliëf op aanwijzing van beeldhouwer J.A. Goossens als “den Israelitischen veldoverste Jephta, vergezeld van zijne dochter”.134 De verklaring lijkt meer geïnspireerd op de sterk interpreterende restauratie van Goosens in 1915, dan op de oorspronkelijke restanten. Peeters suggereert dat de man links een slagwapen in de hand houdt en de vrouw geen fluit maar een kam.135 Wat de man in de rechter hand heeft gedragen, is moeilijk te zeggen omdat slechts het onderste deel van een handvat van een verder schuin omhoogstekend voorwerp bewaard was gebleven. Voldoende ruimte voor een zwaard is er echter niet en er is ook geen hechtingspunt voor een lang voorwerp, zodat de restaurateur met de kleine staf vermoedelijk niet ver van de waarheid is geweest. Het door Peeters gesuggereerde slagwapen is ook niet waarschijnlijk gezien de uitdossing van de man met sierlijke, laag openhangende mouwen. De perkamentrol in de linker hand is echter moeilijker te beoordelen. De authentieke sculptuur vertoont weliswaar op het linker dijbeen een afdruk van een voorwerp, maar wat dit is geweest, is niet te zeggen. Het is zover na te gaan ook niet bekend wat de beweegredenen waren om de man bij de restauratie een perkamentrol in de handen te geven. Bij de restauratie van 1915 bleef voor betreft de vrouw een groot deel van de originele sculptuur ter plaatse gehandhaafd.136 Alleen het bovenste blok werd geheel vernieuwd. Het originele tufstenen blok werd bewaard in de bouwloods.137 Koldeweij stelt vast dat dit fragment, ‘Vrouw met loshangend haar’, een opmerkelijke parallel vormt met de vrouw voor het kruis in de Bewening van Christus in de Belles Heures.138 Daar stelt de vrouw hoogstwaarschijnlijk Maria Magdalena voor, maar het gaat te ver om te suggereren dat aan het reliëf van de Sint-Jan dezelfde figuur zou zijn weergegeven. Het blok met het hoofd van de vrouw, vlak voor de restauratie nog geheel intact, is nu zwaar gehavend. Er ontbreekt een groot deel van het ondergezicht van de vrouw, een deel van de linkerarm met de vlecht die eroverheen lag, de rechterhand met de fluit of kam en de daarachter liggende vlecht. Opmerkelijk tenslotte is de spie, bestaande uit vier tufsteenblokken, die voor de restauratie tussen de figuren aanwezig was. De van onder naar boven breder uitlopende blokken zijn ongetwijfeld als passtukken aangebracht tijdens de bouw. De reliëfs zullen, op elkaar aansluitend, in de bouwloods zijn gehakt maar bleken bij plaatsing niet te passen, waarna het middenstuk moest worden opgevuld.139 | 193 |
| Noten | |
| 133. | Smits 1907, 168-169. |
| 134. | Mosmans 1931, 295. Mosmans 1935, 152. |
| 135. | Peeters 1985, 250. |
| 136. | Bij de recente restauratie is het reliëf slechts gereinigd en bleef alle authentieke sculptuur ter plaatse gehandhaafd. |
| 137. | Koldeweij 1989, 103-104; bouwloods i-23. |
| 138. | Koldeweij 2005, 326-327 en 367. |
| 139. | De spie is bij de restauratie van 1915 verdwenen; men heeft bij de vernieuwing de historische blokverdeling niet gevolgd. |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 193-194
| 1931 |
Jan MosmansFrontalen van het priester-choor (No. 10)De St. Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 295-296 |
|
| 1935 |
Jan MosmansIconografie van het choor en de straalkapellen der St. Jan te 's-Hertogenbosch (I)'s-Hertogenbosch 1185-1935 ('s Hertogenbosch 1935) 144, 152 |
|
| 2005 |
Jos Koldeweij73-77 : Bouwsculptuur van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : 76 Vrouw met loshangend haarDe gebroeders Van Limburg (2005) 326 |
Harry Boekwijt, Ronald Glaudemans en Wim Hagemans, De Sint-Janskathedraal van 's-Hertogenbosch (2010) 85
Ronald Glaudemans, Het hoogkoor : De wimbergreliëfs (2010) 53-58
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 193-194
Ronald Glaudemans, Sint-Janskathedraal : Bouwhistorisch onderzoek 1999-2008 (2010) 114-115
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 250, 281
C.F.X. Smits, De Kathedraal van 's Hertogenbosch (1907) 168-169, plaat XII